Schuss, hoe moet dat? In Schuss skiën, oftewel rechtuit glijden op ski's, is een manier om lange vlakke stukken te overbruggen. Je kunt natuurlijk gewoon rechtop blijven staan en je ski's parallel naast elkaar houden en glijden. Maar in de zogenaamde 'hocker-houding', die bekend is uit het wedstrijdskiën, ben je een stuk sneller en kom je een stuk verder. Hierdoor hoef je vaak minder lang of niet te 'prikken' met je stokken. Maar hoe moet je (niet) skiën in Schuss?
Terwijl anderen al aan het klunen zijn, kun jij met een juiste houding een stuk verder komen. Er zijn weinig mensen die de Schuss netjes kunnen, want meestal eindigt het in 'kont plus stokken omhoog'. Schattig, maar niet als je ouder dan 6 jaar bent. In onderstaande video zie je acht manieren waarop het niet moet en tot slot hoe het wel moet. In dit artikel leg ik je de hocker-houding verder uit en geef ik je enkele tips.
Doe je stokken onder je armen, zo ver mogelijk onder je oksel. Duw je handen vooruit van je af, terwijl je nog steeds de stokken onder je oksels klemt. Omdat je armen nu nog slechts licht gebogen zijn, kun je je ellebogen onder de stokken naar elkaar toe drukken en bij elkaar houden. Zak nu diep door je knieën en probeer je ellebogen voor je knieën te krijgen. Het moeilijkste is nu je handen zo ver mogelijk naar voren te duwen en een beetje omhoog. Als het goed is, krijg je meer druk in de voorkant van je schoen. Door je handen omhoog te duwen, wordt de heup naar beneden gedrukt en komt je bovenbeen horizontaal. Je benen kunnen het beste schouderbreed staan en zorg dat je ski's plat op de sneeuw liggen.
Goed glijden is heel moeilijk en echt een specialisatie binnen de skisport. De kunst is namelijk om je ski's te laten 'zwemmen'. Tijdens het glijden probeer je geen kanten in de sneeuw te zetten, staal is namelijk langzaam.
Wanneer je een paar keer de houding geprobeerd hebt, weet je ook waarom de stokken bij bepaalde disciplines in het wedstrijdskiën dus krom zijn. Hoe dichter je je ellebogen bij elkaar kunt houden, des te smaller en aerodynamischer je van voren bent. Je zult zien dat rechte stokken deze beweging behoorlijk in de weg zitten. Door de stokken te buigen met een soort uitsparing voor de romp, kunnen de armen makkelijker naar elkaar. Bij slalom ga je nooit in de hocker, dus daar worden alleen rechte stokken gebruikt. Reuzenslalom heeft licht gebogen stokken voor de enkele keer dat de positie aangenomen wordt en bij de Super-G zijn ze gemiddeld gebogen, omdat daar al meer aerodynamica vereist is. Tijdens de afdaling staan de waaghalzen het langst in de hocker, daarom hebben ze daar de meest gebogen stokken. De stokken zijn zelfs exact op maat gebogen om zo perfect mogelijk om het lichaam te passen.
Eigenlijk is Miranda in het verkeerde land geboren. Wintersport is niet alleen een passie voor haar, je kunt het gerust een verslaving noemen. Ze reist regelmatig af naar de Alpen en praat ons vervolgens bij via haar blogs.
