Een juiste skihouding zorgt ervoor dat je makkelijker skiet en je ski's beter onder controle kunt houden. Je wilt fijn en comfortabel kunnen afdalen en dat betekent dat je een positie moet aannemen waarin je stabiel bent en controle hebt, ongeacht hoe de piste is. Maar wat is belangrijk voor een juiste houding? Waar moet je op letten? En hoe kun je dit oefenen? In dit artikel leg ik uit wat nou de beste houding is tijdens het skiën.
De juiste skihouding
Skiën is niet zomaar even skischoenen aantrekken, in je bindingen klikken en afdalen. Om op een juiste, gecontroleerde en fijne manier te kunnen afdalen, is skitechniek nodig. Allereerst is het ontzettend belangrijk dat je op de juiste manier op je ski's staat. Bij de juiste skihouding, ook wel de basishouding genoemd, sta je goed bovenop je voeten. Je enkels, knieën en heupen zijn licht gebogen, je bovenlichaam is naar het dal gedraaid en licht naar voren gebogen. Het grootste deel van je gewicht komt op je dal ski te staan en door je armen voor je bovenlichaam te houden, iets breder dan je schouders, verhoog je de stabiliteit en dus controle. Met deze positie ben je bewegingsbereid en kun je als er iets gebeurt direct reageren. De juiste skihouding maakt skiën op alle soorten pistes mogelijk. Of je nu korte of lange bochten skiet en bij alle pistecondities. Ook onverwacht remmen is geen probleem. In onderstaande video legt Jasper je de basishouding stap voor stap uit.
Goed op je voeten staan
Bij skiën gaat het in het kort om: evenwicht, draaien en sturen. Hierbij is het erg belangrijk dat je 'goed op je voeten staat'. Dit houdt in dat je je hele voet belast en de druk van je hak tot aan je tenen verdeelt. Hierdoor belast je ook je gehele ski, wat tot gevolg heeft dat je meer stabiliteit hebt en een betere controle. Skiërs die teveel naar voren 'hangen', belasten meer hun tenen en zo ook de voorkant van de ski. Hierdoor stuurt de ski makkelijker, maar draait deze moeilijker. Skiërs die teveel naar achteren 'hangen' draaien de ski eenvoudiger doordat de druk op de hak, dus de achterkant van de ski’s ligt. Ze kunnen alleen lastig sturen of hebben wel eens last van 'klapperende ski’s'. Moraal van dit verhaal: niet naar voren of achter leunen, maar je gewicht centraal op de ski. Goed met beide voeten op de 'grond' dus!
Enkels, knieën en heupen buigen
Door het buigen van je enkels, knieën en heupen zorg je ervoor dat je recht boven je voeten blijft en zo dus ook je hele voet goed kunt belasten. Hoe diep je buigt hangt van meerdere factoren af: de piste, je snelheid en je manier van skiën. Een rustige skiër hoeft uiteraard niet zo diep te buigen als iemand die fullspeed de berg afdaalt.
Een paar oefeningen
Het bovenstaande klinkt waarschijnlijk allemaal erg logisch, maar hoe weet je nu of je goed op je voeten staat? Er zijn veel manieren om dit te oefenen, zoals:
- In de sleeplift kun je goed voelen wat het effect is van naar voren, centraal of naar achteren hangen.
- Met je ogen dicht kun je je beter concentreren op je voeten. Dat klinkt gek, maar het is wel een mooie oefening. Ski eens een paar bochten met je ogen dicht (uiteraard van tevoren even kijken of je tegen niemand aan kan skiën). Ski bijvoorbeeld drie bochten met je ogen open en dan weer drie bochten met je ogen dicht.
- Skiles! Of je nu al een paar keer op wintersport bent geweest of voor het eerst gaat: skiles is altijd een goed idee. Een skileraar kan kritisch meekijken en beoordelen of je de juiste skihouding aanneemt. Waar nodig geeft hij of zij tips voor verbetering.