Wil jij je skitechniek verbeteren en mooier, veiliger en gecontroleerder de berg afkomen? Lees dan snel verder, want in dit artikel met bijbehorende video delen we de acht meest gemaakte fouten tijdens het skiën met je. Veel wintersporters denken dat ze na een paar lessen wel van de berg af komen. Prima, zo lang je maar controle hebt en je jezelf en anderen niet in gevaar brengt. Zelf ben ik ervan overtuigd dat skiën steeds leuker wordt, naarmate je je skitechniek blijft verbeteren. Je hebt meer controle en komt zelfverzekerd en met plezier elke helling af. Hieronder vertellen we je welke fouten jij beter niet kan maken tijdens het skiën.
Maak deze fouten niet tijdens het skiën
Heel veel mensen zullen misschien denken: "Nou en? Dan maak ik een foutje tijdens het skiën, dat geeft toch niet?" En dat is natuurlijk helemaal waar. Maar wat ook waar is, is dat je met een betere skitechniek nu eenmaal fijner, veiliger en zekerder van de berg afkomt. Door het maken van kleine foutjes, kan het skiën gewoon veel lastiger zijn. Probeer daarom onderstaande fouten tijdens het skiën te voorkomen en voel het verschil op de piste.
Fout 1: achterover leunen
De eerste fout die veel mensen maken tijdens het skiën, is naar achteren leunen op hun ski's. Relaxed een beetje achterover hangend dalen ze de berg af. Doe dit niet, want zo verlies je de controle over je ski's. De druk komt op deze manier te veel achterop je ski's te liggen, terwijl je de hele ski moet belasten om goed te kunnen sturen, draaien en kanten. Zorg er dus voor dat je een goede basishouding hebt, waarbij je recht boven je voeten staat en je je enkels, knieën en heupen gebogen hebt. Bekijk hier de basishouding van het skiën ›
Fout 3: bovenlichaam draaien
Veel wintersporters proberen hun ski's te draaien door een rotatie vanuit het bovenlichaam. Fout! Door met je bovenlijf te draaien (roteren) verlies je de druk op je ski's die je juist nodig hebt om controle te houden. Je kunt je ski's echt het beste draaien vanuit je benen en voeten. Belangrijk hierbij is dat je je bovenlichaam rustig en in een juiste positie houdt.
Fout 4: te snel van een te steile piste
Om goed te leren skiën, zul je veel moeten oefenen. Dit kun je het beste doen op een bekende piste of op pistes van dezelfde moeilijkheidsgraad. Hierdoor verbeter je je techniek en bouw je zelfvertrouwen op. Wil je te snel van een (te) steile piste af, dan gebeurt juist het tegenovergestelde. Bovendien kan het ook nog eens een hele angstige ervaring worden. Ga dus pas een stapje moeilijker wanneer je goed en gecontroleerd van de blauwe of rode piste komt, liefst samen met een skileraar.
Fout 5: bochten niet afmaken, waardoor je steeds sneller gaat
Het niet voltooien van bochten is ook een veelvoorkomende fout die leidt tot verlies van controle. Je zult merken dat je steeds sneller gaat en uiteindelijk op de rem moet trappen. Een bocht maak je af, door aan het einde van de bocht weer meer of minder (afhankelijk van de helling) de berg op te sturen. Je zult merken dat je hierdoor beter controle houdt over je snelheid.
Fout 6: geen ritme en gelijke bochten
Een goed ritme handhaven tijdens het skiën is essentieel. Hierdoor zorg je ervoor dat je bochten gelijkmatig en even lang zijn, waardoor je gecontroleerd naar beneden kunt komen. Je skistokken helpen vaak om je ritme te houden, maar ook tellen in je hoofd kan een handig hulpmiddel zijn. Zorg ervoor dat het skiën er ritmisch uitziet, alsof je aan het dansen bent op de piste!
Fout 7: ski's te ver uit elkaar
Ski's te ver uit elkaar houden is een andere fout die vaak wordt gezien. Hierdoor kun je moeilijker door de bocht komen. Houd je ski's voor soepele bochten op heupbreedte, ongeveer een vuistbreedte uit elkaar.
Fout 8: ski optillen in de bocht
Tot slot, til je binnenski niet op in de bocht! Zorg ervoor dat beide ski's te allen tijde contact houden met de sneeuw. Wanneer je eenmaal de basis van het skiën onder knie hebt, en je bochten kunt draaien in de zogenaamde pizzapunt, wil je natuurlijk over naar de volgende stap: parallel skiën. Veel skiërs zetten hun ski's naast elkaar door de bergski op te tillen en naast de dalski te plaatsen. Hierdoor sta je tijdelijk op één been, wat natuurlijk heel onstabiel is. Probeer altijd beide ski's in de sneeuw te laten en breng door een schuivende beweging, waarbij je de ski vlak houdt op de sneeuw, de ene ski naast de andere. Lees hier hoe je - zonder je ski op te tillen - van ploeg naar parallel kunt komen ›