Wil jij beter leren skiën? Vaak zijn het de kleine details die een groot verschil kunnen maken. In deze video geeft Freek je zeven tips om direct beter te skiën. Tips die je de volgende keer gelijk op de piste kunt toepassen! Oefen ze goed, dan zul je merken dat je al snel een stuk fijner de piste af komt. Neem skilessen en ga nog beter skiën.
1. Op je dalski leunen
Skileraren hameren er vaak op: leun op je dalski. Maar waarom is dat eigenlijk? Als je je gewicht op je dalski hebt, krijg je de controle over de ski. Je kunt hem sturen en kanten. Het is cruciaal om je bovenlichaam en je zwaartepunt recht boven de dalski te houden. Met andere woorden, je neus moet boven je grote teen van de dalski uitkomen. Op deze manier heb je de meeste controle over je ski’s.
2. Centraal op de ski en scheendruk
Dit hoor je skileraren ook vaak zeggen: je moet naar voren leunen. Maar het is iets ingewikkelder dan dat. Wat je eigenlijk altijd wil, is dat de hele ski wordt benut tijdens het skiën, zowel de voor- als achterkant. Om dit te bereiken is het essentieel dat je centraal op de ski's staat. Je hebt je gewicht op de bal van je voet, net achter de tenen, en zorgt ervoor dat je scheenbeen voortdurend contact houdt met de binnenkant van je skischoen. Op deze manier behoud je een mooie centrale houding op de ski en kun je de hele ski gebruiken tijdens het sturen, draaien en kanten.
3. Stabiel bovenlichaam
Tijdens het skiën is het cruciaal om je bovenlichaam zo stabiel mogelijk te houden. Op deze manier voorkom je dat je uit balans raakt en creëer je een solide basis en startpositie om je benen effectief te laten werken. Het is belangrijk om wat lichaamsspanning te behouden. Een lichte knijpbeweging in de stokken kan hierbij helpen. Span je buik- en onderrugspieren aan, en misschien ook een beetje je bilspieren, zodat kleine oneffenheden je niet gemakkelijk uit balans brengen. Bovendien is het van groot belang dat je bovenlichaam altijd een beetje naar het dal gericht blijft. Op deze manier leg je de basis voor een perfecte stabiliteit, waardoor je benen optimaal aan het werk kunnen.
4. Stokinzet vanuit de pols
Deze tip bouwt voort op tip 3. Houd je bovenlichaam stabiel, je handen voor je, alsof je de krant leest en gebruik je stokken zorgvuldig. Vermijd wild zwaaien, maar breng je stok geleidelijk naar voren vanuit de pols en lichtjes vanuit de elleboog. Bij het naderen van de bocht beweeg je langzaam je dalstok naar voren. Zorg ervoor dat alleen je pols en elleboog bewegen, steek vervolgens de stok in de sneeuw en laat hem daarna snel terug in je hand vallen. Laat je stok niet te lang in de sneeuw staan om te voorkomen dat je blijft hangen en uit balans raakt.
5. Enkels buigen en niet alleen de knieën
Vaak wordt gezegd dat je tijdens het skiën door je knieën moet gaan, en dat klopt deels. Het is echter belangrijk om niet te diep door de knieën te zakken. Waarom? Te veel kniebuiging kan ervoor zorgen dat je heupen achter je lichaam belanden, waardoor je gewicht niet op de voorkant of over de hele ski wordt verdeeld, maar juist naar achteren gaat. In plaats daarvan is het effectiever om actief je enkelgewricht te buigen. Hierdoor verplaatst je gewicht zich naar voren, zelfs zonder dat je je knieën sterk buigt. Met lichte kniebuiging sta je weer mooi centraal, zoals bij punt 1 beschreven, en bevind je je in de ideale startpositie voor het skiën.
6. Bochten goed uitsturen
Om je tempo te beheersen en altijd controle te behouden over je snelheid, is het cruciaal om je bochten goed uit te sturen. Dit betekent dat je aan het einde van de bocht altijd een beetje de berg op moet sturen. Hierdoor vermindert automatisch de snelheid, waardoor je comfortabel genoeg bent om de nieuwe bocht te beginnen. Als dit niet wordt gedaan, kan het leiden tot een voortdurende versnelling bij elke bocht, wat uiteindelijk resulteert in noodzaak tot remmen – iets wat je wilt vermijden. Dus zorg ervoor dat je je bochten netjes afrondt en terug omhoog de berg op stuurt.
7. Hoog-laag beweging
De laatste tip behandelt de hoog-laag beweging. Na het diepste punt aan het einde van de bocht, waar je veel druk op de buitenski hebt, moet je actief omhoog en naar voren bewegen bij het begin van de nieuwe bocht. Dit vermindert tijdelijk de wrijving van de ski's met de sneeuw en brengt je ski's weer vlak. Door deze beweging overdreven uit te voeren, zullen je ski's automatisch naar de vallijn draaien, waardoor je klaar bent om aan de nieuwe bocht te beginnen.
Beter leren skiën doe je zo!
We hopen dat dit artikel en de video van Freek je helpt om deze winter beter de berg af te komen. Je kunt de tips één voor één toepassen: elke afdalingen een ander punt in je gedachten nemen en oefenen. Ook helpt het natuurlijk om skiles te nemen, hoe ervaren je ook bent, er valt nog zoveel bij te leren om beter te gaan skiën. Veel succes met oefenen!